Uit de krant

Vrijdag  23 september 1977

 GROOTSTE BELGISCH LEGERMANEUVER
EI
NDIGT MET ATOOMKNAL AAN DE WESER

Met een denkbeeldige atoomknal, die de onstuitbare «oranje» partij van de  kaart veegde, eindigde donderdag in Duitsland het maneuver  «Blue  Fox» van het Belgisch leger. Het  was het grootste sedert 1955 en bracht het volledig  1(BE)korps (het Belgisch leger in Duitsland) op de been. Over een front van 100 Km. en een diepte van 200 Km. (het gebied tussen Hannover , Göttingen, Osnabruck en Siegen) rolden twee weken lang 26.000 man heen en weer met tanks, geschut en andere voertuigen. Daarbij waren ook 5.000 Duitse en 4.000 Amerikaanse voertuigen: een totaal van 9.000!

Didactisch werkstuk

«Blue  Fox» was een korpsmaneuver om het leger te oefenen in commandoprocedures, integratie van geallieerde formaties, luchtsteun tegen onverwachte doelwitten, nucleaire, biologische en scheikundige oorlogsvoering. Logistieke steun, evacuatie van gewonden.
Generaals legden de nadruk op, dat «Blue  Fox» geen aanval van het Warschaupact verbeelde en slechts een “didactisch werkstuk” was. Maar de «oranje» kwam toch uit het oosten en ontplooide zich naar de samenstelling van de legers van het Warschaupact met gemengde voorwaartse detachementen en luchtlandingstroepen. Wie in een «Alouette »-helikopter over het slagveld vloog ontwaarde de massa’s pantsers in dichte drommen, gelijnd van horizon tot horizon : een machtsontplooiing zonder voorgaande.

Belgische soldaten met machinegeweer
in stelling aan een straathoek

«Blue Fox» was een vrije oefening. Dat betekent, dat generaal-majoor Segers met zijn 1ste (oranje) divisie en generaal-majoor Close met zijn 16de (blauwe) divisie naar eigen inzicht vrij initiatieven namen zoals in een echte oorlog, zodat het verloop van de slag niet te voorspellen viel.

Jan Soldaat

Voor Jan soldaat was «Blue Fox» de rechtvaardiging van de legerdienst (ofschoon de helft van de troep uit beroepsvrijwilligers bestaat): eindelijk twee weken weg van de nare kazerne en de vervelende karweien.

Het was weliswaar verre van comfortabel. Leven in een tank is als wonen in een duikboot. En de ene warme maaltijd per dag (’s avonds aangevoerd) gaat aan de neus voorbij als men verloren rijdt of met een defecte AMX achterblijft in vijandelijk gebied. Slapen werd zelden langer dan 3uur na elkaar gedaan, meestal tussen twee gevechten in. ’s Nachts werd gewoonlijk gereden.

De Belgische soldaat was verassend goed tegen de omstandigheden opgewassen, behield een hoog moreel en bleek veel beter gemotiveerd dan men meestal verwacht. Hij kloeg natuurlijk over eten en slapen maar vond dat toch beter dan het kazerneleven. Het bewijs : in het veldhospitaal dat het militair ziekenhuis uit Keulen achter de linies had opgesteld, lagen slechts enkele lichte gevallen.

Materieel hield stand

Het materieel heeft het goed gedaan. Slechts 4% van de voertuigen bleef defect achter. Maar in dat cijfer zat één vijfde van het AMX-park (gepantserde personeelsvoertuigen), een aanduiding dat ze de leeftijdsgrens hebben bereikt.

Ons leger verloor slechts één «Leopard»-tank : een meer dan goed resultaat.

Er waren geen taalproblemen tussen Belgen en hun Duitse en Amerikaanse geallieerden. Jan soldaat bleek erg onder de indruk van het materieel van een efficiënte «Bundeswerh», die een veelheid ontplooide aan JPK-jachtpantsers van wat wij in het veld kunnen brengen en ten strijde trekt met beter bewapende «Marder»-personeelsvoertuigen en gepantserde auto’s op acht wielen, waarmee elke Belgische «recce» al te graag op verkenning zou gaan.

Van de Amerikanen werd niks anders verwacht, dan dat zij met een zee van modern materieel zouden aantreden. Hun escadrons tellen dan ook zestien tanks (Belgische 13). En zij hadden zoveel brugmaterieel mee, dat onze generaals dan maar wat meer bruggen lieten « springen » om het allemaal te gebruiken.

De lessen

Het was niet alles goud wat blonk. De Amerikaanse pantsermassa’s bleken niet altijd verstandig aangewend, vaak teveel geconcentreerd en dus kwetsbaar.

De Belgen hebben nog altijd een groot gebrek aan moderne anti-tankwapens en geen noemenswaardig luchtafweer. De draagwijdte van onze artillerie bleek niet langer realistisch. Luchtwaarneming met de «Alouette»-helikopter evenmin.

Het lichte vliegwezen was in de lucht maar slechts twee toestellen waren uitgerust met gestabiliseerde kijkers, die toelieten op een afstand van 1.500m. te spieden. Zij werden dan ook geleend van een «bevriende mogendheid» ! Er was een nijpende behoefte aan bewapende helikopters en heli’s uitgerust met antitankraketten.

De les die uit het maneuver «Blue Fox» kan getrokken worden is, dat het leger naar beste vermogen zeer goed heeft gemaneuvreerd, dat manschappen en materieel opgewassen zijn tegen hun taak, maar dat in een echte oorlog het gebrek aan middelen zwaar zou wegen. Er zijn schreeuwende lacunes op het gebeid van luchtafweer, anti-tankwapens, luchtwaarneming en moderne artillerie. Dit aan de praktijk te toetsen was wellicht één der verzwegen doelstellingen van het maneuver, dat derhalve zijn nut heeft bewezen.

H. DE WULF

De tol van het maneuver

Voor een maneuver van de omvang van «Blue Fox» is het aantal ongevallen bijzonder laag. Vier doden vielen te betreuren echter geen enkel bij werkelijke operaties. Een Duits soldaat is verkoold bij een brand die een tent verwoestte. Twee Amerikaanse militairen verloren het leven toen zij met hun vrachtwagen in een ravijn reden. Een 16-jarige knaap werd spelend onder een Belgische vrachtwagen geduwd door kameraadjes.

Er was een sliert kleinenre verkeersongelukken. Daarbij vielen zes zwaar en veertien licht gewonden te betreuren. Er hadden 16 zware en 41 lichte ongelukken met blikschade plaats.

De maneuverschade is ook aan de lage kant, vooral dank zij strenge richtlijnen die aan de militairen waren gegeven en die bij de bevolking indruk hebben gemaakt. Zij wordt op minder dan 10 miljoen Bef. geschat, vooral om doorploegde velden. Er werden 562 gevallen van minder dan 1.000DM (16.000Bef.)  vastgesteld en 72 gevallen boven de 1.000DM vastgesteld. Daarvan nemen Duitsers en Amerikanen de helft voor hun rekening.

 
   
 

© Philippe Vanhoecke 22/11/2013