GROOTSTE BELGISCH
LEGERMANEUVER
EINDIGT MET
ATOOMKNAL
AAN DE WESER
Met een denkbeeldige atoomknal, die de onstuitbare
«oranje» partij van de kaart veegde, eindigde
donderdag in Duitsland het maneuver «Blue Fox» van
het Belgisch leger. Het was het grootste sedert
1955 en bracht het volledig 1(BE)korps (het
Belgisch leger in Duitsland) op de been. Over een
front van 100 Km. en een diepte van 200 Km. (het
gebied tussen Hannover , Göttingen, Osnabruck en
Siegen) rolden twee weken lang 26.000 man heen en
weer met tanks, geschut en andere voertuigen.
Daarbij waren ook 5.000 Duitse en 4.000 Amerikaanse
voertuigen: een totaal van 9.000!
Didactisch werkstuk
 |
«Blue Fox» was een korpsmaneuver om het
leger te oefenen in commandoprocedures,
integratie van geallieerde formaties,
luchtsteun tegen onverwachte doelwitten,
nucleaire, biologische en scheikundige
oorlogsvoering. Logistieke steun, evacuatie
van gewonden.
Generaals legden de nadruk op, dat «Blue
Fox» geen aanval van het Warschaupact
verbeelde en slechts een “didactisch
werkstuk” was. Maar de «oranje» kwam toch
uit het oosten en ontplooide zich naar de
samenstelling van de legers van het
Warschaupact met gemengde voorwaartse
detachementen en luchtlandingstroepen. Wie
in een «Alouette »-helikopter over het
slagveld vloog ontwaarde de massa’s pantsers
in dichte drommen, gelijnd van horizon tot
horizon : een machtsontplooiing zonder
voorgaande. |
Belgische
soldaten met machinegeweer
in stelling aan een straathoek |
«Blue Fox» was een vrije oefening. Dat betekent, dat
generaal-majoor Segers met zijn 1ste
(oranje) divisie en generaal-majoor Close met zijn
16de (blauwe) divisie naar eigen inzicht
vrij initiatieven namen zoals in een echte oorlog,
zodat het verloop van de slag niet te voorspellen
viel.
Jan Soldaat
Voor Jan soldaat was «Blue Fox» de rechtvaardiging
van de legerdienst (ofschoon de helft van de troep
uit beroepsvrijwilligers bestaat): eindelijk twee
weken weg van de nare kazerne en de vervelende
karweien.
Het was weliswaar verre van comfortabel. Leven in
een tank is als wonen in een duikboot. En de ene
warme maaltijd per dag (’s avonds aangevoerd) gaat
aan de neus voorbij als men verloren rijdt of met
een defecte AMX achterblijft in vijandelijk gebied.
Slapen werd zelden langer dan 3uur na elkaar gedaan,
meestal tussen twee gevechten in. ’s Nachts werd
gewoonlijk gereden.
De Belgische soldaat was verassend goed tegen de
omstandigheden opgewassen, behield een hoog moreel
en bleek veel beter gemotiveerd dan men meestal
verwacht. Hij kloeg natuurlijk over eten en slapen
maar vond dat toch beter dan het kazerneleven. Het
bewijs : in het veldhospitaal dat het militair
ziekenhuis uit Keulen achter de linies had
opgesteld, lagen slechts enkele lichte gevallen.
Materieel hield stand
Het materieel heeft het goed gedaan. Slechts 4% van
de voertuigen bleef defect achter. Maar in dat
cijfer zat één vijfde van het AMX-park (gepantserde
personeelsvoertuigen), een aanduiding dat ze de
leeftijdsgrens hebben bereikt.
Ons leger verloor slechts één «Leopard»-tank : een
meer dan goed resultaat.
Er waren geen taalproblemen tussen Belgen en hun
Duitse en Amerikaanse geallieerden. Jan soldaat
bleek erg onder de indruk van het materieel van een
efficiënte «Bundeswerh», die een veelheid ontplooide
aan JPK-jachtpantsers van wat wij in het veld kunnen
brengen en ten strijde trekt met beter bewapende «Marder»-personeelsvoertuigen
en gepantserde auto’s op acht wielen, waarmee elke
Belgische «recce» al te graag op verkenning zou
gaan.
Van de Amerikanen werd niks anders verwacht, dan dat
zij met een zee van modern materieel zouden
aantreden. Hun escadrons tellen dan ook zestien
tanks (Belgische 13). En zij hadden zoveel
brugmaterieel mee, dat onze generaals dan maar wat
meer bruggen lieten « springen » om het allemaal te
gebruiken.
De lessen
Het was niet alles goud wat blonk. De Amerikaanse
pantsermassa’s bleken niet altijd verstandig
aangewend, vaak teveel geconcentreerd en dus
kwetsbaar.
De Belgen hebben nog altijd een groot gebrek aan
moderne anti-tankwapens en geen noemenswaardig
luchtafweer. De draagwijdte van onze artillerie
bleek niet langer realistisch. Luchtwaarneming met
de «Alouette»-helikopter evenmin.
Het lichte vliegwezen was in de lucht maar slechts
twee toestellen waren uitgerust met gestabiliseerde
kijkers, die toelieten op een afstand van 1.500m. te
spieden. Zij werden dan ook geleend van een
«bevriende mogendheid» ! Er was een nijpende
behoefte aan bewapende helikopters en heli’s
uitgerust met antitankraketten.
De les die uit het maneuver «Blue Fox» kan getrokken
worden is, dat het leger naar beste vermogen zeer
goed heeft gemaneuvreerd, dat manschappen en
materieel opgewassen zijn tegen hun taak, maar dat
in een echte oorlog het gebrek aan middelen zwaar
zou wegen. Er zijn schreeuwende lacunes op het
gebeid van luchtafweer, anti-tankwapens,
luchtwaarneming en moderne artillerie. Dit aan de
praktijk te toetsen was wellicht één der verzwegen
doelstellingen van het maneuver, dat derhalve zijn
nut heeft bewezen.
H. DE WULF
De tol van het maneuver
Voor een maneuver van de omvang van «Blue Fox» is
het aantal ongevallen bijzonder laag. Vier doden
vielen te betreuren echter geen enkel bij werkelijke
operaties. Een Duits soldaat is verkoold bij een
brand die een tent verwoestte. Twee Amerikaanse
militairen verloren het leven toen zij met hun
vrachtwagen in een ravijn reden. Een 16-jarige knaap
werd spelend onder een Belgische vrachtwagen geduwd
door kameraadjes.
Er was een sliert kleinenre verkeersongelukken.
Daarbij vielen zes zwaar en veertien licht gewonden
te betreuren. Er hadden 16 zware en 41 lichte
ongelukken met blikschade plaats.
De maneuverschade is ook aan de lage kant, vooral
dank zij strenge richtlijnen die aan de militairen
waren gegeven en die bij de bevolking indruk hebben
gemaakt. Zij wordt op minder dan 10 miljoen Bef.
geschat, vooral om doorploegde velden. Er werden 562
gevallen van minder dan 1.000DM (16.000Bef.)
vastgesteld en 72 gevallen boven de 1.000DM
vastgesteld. Daarvan nemen Duitsers en Amerikanen de
helft voor hun rekening.
|