Zaterdag 08 juni: Na onze gewone activiteiten konden we tegen 12u35
vertrekken richting Parijs met de GPS
ingesteld zonder tolwegen. Het was de
bedoeling om op een 50Km voor Parijs te
beginnen zoeken waar we konden overnachten.
We aten een snelle hap onderweg, het
verkeer viel best mee. Tenslotte belandden
we op camping “Le Pré des Moines” in
Gouvieux omstreeks 16u20. We konden tussen
een viertal plaatsen kiezen, maar alle waren
met hoge bomen omringd, geen ontvangst met
de schotel. Geen enkel probleem, we konden
de tijd wel anders vullen. We verkenden eens
de camping en stelden zelfs de zetels
buiten, maar niet voor lang. Er vielen
direct enkele druppels regen, zo deden we
alles snel terug binnen. Als avondmaal was
het onze traditionele spaghetti, de vaat
gingen we samen doen in het sanitair blok.
Om 22u30 gingen we slapen.
Zondag 09 juni: Het was net geen 8u
voor we wakker werden, de koffie werd gezet
en we ontbeten met de rest van een baguette.
Toen we klaar waren, belde Fie eens naar de
camping in Parijs om te weten of we er wat
vroeger mochten aankomen, maar dit mocht
niet. Normaal kan je maar om 14u op je
plaats, we namen toch het risico om de
laatste 60Km wat vroeger af te bollen.
Zo
waren we ter plaatse enkele uren te vroeg.
Het was pas 11u. toen we de camping in
Parijs opreden. Fie kreeg te horen dat onze
plaats nog bezet was en we ons konden
parkeren in een zijstraat iets verder van de
camping. We gingen parkeren, maar gingen wel
eens terug naar de camping onze plaats gaan
bekijken. Inderdaad de vorige “huurders”
stonden er nog en gaven geen aanstalten om
te vertrekken. Nadat we de camping rond
waren, gingen we nog eens kijken naar plaats
179 en warempel er was leven in de
brouwerij. We besloten om ons op het terras
aan de bar te zetten om die te zien
vertrekken, maar we misten die. Op het
middaguur gingen we nog eens kijken en de
plaats was leeg, we gingen het melden aan de
receptie. Nadat ze ons de nodige papieren
hadden gegeven en we wat tickets voor de
shuttle hadden gekocht konden we onze Mobil II halen. Eens op onze plaats was het wat
zoeken naar signaal voor onze schotel, maar
met wat kunst- en vliegwerk konden we naar
tv kijken. We waren dan al een uurtje
verder, we gingen dan maar in het restaurant
onze honger stillen met een kippenhamburger.
Na overleg besloten we dan de shuttle te
nemen om dan via de metro aan het kerkhof Père-Lachaise te komen.
Daar ligt een
militair van het 5e Linie
begraven, we hadden enkel weet dat hij in de
crypte lag. Aan de hoofdingang stuurden ze
ons naar het columbarium/Crematorium. De
gesneuvelde zou daar liggen. We
controleerden ongeveer de helft van de
41.000 steentjes in de muur, maar onze
Pierre Verswymelen konden we niet vinden.
Nadat we het nog eens vroegen aan een andere
uitgang, deden ze wel de moeite om eens in
de database te kijken en vonden ook niets.
We gaven het op en gingen eens naar het graf
van Jim Morrison kijken. Op de terugweg
zagen we nog veel herdenkingsmonumenten over
alle verschillende landen die de twee
wereldoorlogen meemaakten. Op de terugweg
zag Fie dat er op het monument van de
gesneuvelde Belgen namen vermeld waren. Op
de achterkant, die begroeid was met klimop,
zag Phil onze man zijn naam staan en liet er
een kruisje met margriet achter. Van daaruit
kwamen we terug aan de tweede uitgang en
vertelden we de man waar we de naam hadden
gevonden, deze wist zelfs niet dat er namen
op het monument stonden. Het was reeds 17u15
toen we de begraafplaats verlieten. We
hadden dorst, we vonden een plaatsje op het
terras van “Café Martin” Fie dronk er een Badoit, Phil een 1664. We kwamen nog een
Casinowinkel voorbij die open was, we
kochten was kippenfilet en melk. Op weg naar
de metro kwamen we nog voorbij een
rommelmarkt, maar liepen er snel eens door.
Na twee metro’s en een bus kwamen we
omstreeks 19u30 terug op de camping en
besloten om in het restaurant een pizza te
gaan eten. Fie at er een met spek, Phil met
drie kazen. Moe maar voldaan en terug in ons
vakantieverblijf, dronken we nog een
slaapmutsje en na wat TV kijken gingen we
omstreeks 23u slapen.
Maandag 10 juni: Ondanks de
nachtelijke regen hadden we een rustige
nacht, pas wakker iets na 8u. Nadat de
koffie was gezet, ging Fie een paar
baguettes halen, met confituur en smeerkaas
was het een lekker ontbijt. Het toilet
ledigen deed Fie, Phil vulde het vers water
bij en toen we klaar waren omstreeks 10u.
deden we nog een verkenning op de camping om
te kijken of we niet aan de Seine konden
komen via een achterdeurtje, maar dat lukte
niet.
Om 10u30 vertrokken we met de shuttle
tot aan Porte Maillot om van daaruit de
metro te nemen naar Jaurès. Daar zagen we
een rondvaartboot versassen, we wandelden
langs het Bassin de la Villette tot aan een
oud brugje waar er ook een oud ophaalsysteem
was. Over het water zagen we de mooie Eglise
Saint-Jacques en wandelden zo door naar La
Chapelle waar Fie een sanitaire stop nam.
Nadien gingen we eens op zoek naar het hotel
waar Fie een paar dagen nadien moest
overnachten. We besloten dan maar eens de
klim te wagen naar Sacré-coeur en place du
Tertre. Via een kleine omweg kwamen we dan
“A La Place de St. George” waar we terug
iets dronken en een schotel met kaas aten,
het was toen 14u. Via galerie Lafayette
kwamen we aan de Avenue des Champs-Elysées
en gingen eens kijken waar de viering van
170 Jaar Cointreau zou doorgaan. Daar
wandelden we door naar de Place de la
Concorde en genoten van het zicht. Na al dat
wandelen namen we omstreeks 16u30 plaats op
het terras van “Le Bistro des Champs Elysées”
Fie dronk er een Badoit en Phil een 1664 van
50Cl. Dat grapje kostte ons 20,50 euro, een
koopje. Op een kleine 200m. konden we de
metro nemen naar Porte Maillot en van
daaruit de Shuttle naar de camping. Na bijna
20Km wandelen en voor Phil de eerste maal
met zijn steunzolen waren we om 17u45 terug
in onze Mobil II. Na een aperitiefje zorgde
Fie voor ons avondmaal, kipfilet met
currysaus en rijst, de vaat deden we samen
en voor de rest was het rustig wat tv kijken
en op tijd gaan slapen.
Dinsdag 11 juni: Phil was wakker om
8u. Fie volgde nog voor de koffie klaar was
en ging een verse baguette kopen. We
ontbeten met elk drie spiegeleitjes, zodat
we er terug tegen konden. We deden het heel
rustig aan en vertrokken pas met de bus van
10u30 naar Porte Maillot.
Van daaruit
wandelden we naar de Champs-Elysées tot aan
de place de la Concorde, maar halverwege
moesten we een sanitaire stop nemen voor
Fie. We dronken ondertussen un café allongé
op het terras van “Carré Elysée”waar we heel
vriendelijk bediend werden, we konden terug
verder. Van daaruit trokken we via de Seine
tot aan de Notre-Dame de Paris, de
kathedraal die onlangs in het nieuws kwam
door een jammerlijke brand.
Onderweg
snuisterden we hier en daar in de vele
boekenstandjes. We speelden een tijdje
ramptoerist en namen wat foto’s van de
schade aan de kerk. Het was reeds 13u30 toen
we ons op het terras een drankje bestelden
en besloten er ook wat te eten. We hielden
het beiden bij een bord Penne, Fie met zalm,
Phil met drie soorten kaas en spek, terug
werden we er heel vriendelijk ontvangen. Na
nog een koffie trokken we verder naar het
Louvre, daar bewonderden we enkel de
binnenkoer en de fonteinen. Zo kwamen we
terug aan de Place de la Concorde. Nadat we
eens op de kaart hadden gekeken, trokken we
richting Le Petit en Le Grand Palais en
trokken dan terug de Seine over tot aan het
Militair museum. Het bezoek bewaarden we
voor een volgende keer en trokken verder
naar de Champs-Elysées. Nadat we bijna 19Km.
hadden gewandeld, nam Fie liever de Metro
terug naar Porte Maillot waar we na 20 min.
wachten de bus terug naar de camping konden
nemen. Net voor we de bus instapten begon
het wat te regenen, onderweg kregen we een
bui. Eens op de camping gingen we nog eerst
onze dorst lessen in de cafetaria, we
moesten wel iets langer blijven dan gepland
door een ferme regenbui. Toen het tenslotte
lukte om naar onze Mobil II te gaan, kon Fie
direct gaan douchen, zodat Phil haar kapsel
in orde kon brengen. Na nog een aperitiefje
begon Fie aan ons avondeten, St.
Paul-hamburgers met gemengde sla en
aardappelen. Dit met een glaasje wijn
vervolledigde onze maaltijd. De vaat deden
we samen. Nadien keken we nog wat tv,
terwijl Phil nog wat aan deze tekst werkte.
Fie ging slapen om 22u 45, Phil volgde een
klein uurtje later.
Woensdag 12 juni: Rond 7u40 wakker,
voor Phil de laatste uren in Parijs, Fie had
nog een dagje meer door het feest van 170
jaar Cointreau. We namen een stevig ontbijt
met pannenkoeken en zochten nog de beste
manier, hoe Fie bij haar hotel kon komen.
Phil zag het wel zitten om haar naar “Palais
des Congres” te voeren, waar Fie dan de
Metro kon nemen tot dicht bij het hotel.
Phil reinigde de ruiten van de cabine, ging
het toilet ledigen en rolde de stroomdraad op. Zo konden we tegen 10u20 van onze stek
rijden en ons kaartje dat we aan een
nageltje hadden moeten hangen, binnen dragen
bij de receptie. Het was een vlotte rit naar
Place de la Porte Maillot, waar Fie met pak
en zak kon uitstappen.
Binnen de minuut reed
Phil de Périphérique op waar het verkeer
bijna stil stond. Eens op de A1 verliep het
verkeer vlot. Het was lang geleden, maar
Phil besliste om deze keer langs de tolweg
naar huis te rijden, eens in Arras was hij
dan ook €24,10 armer. Het was wel kunst en
vliegwerk om aan de juiste schuif te kunnen,
die automaten zijn niet op maat van Mobil II
gemaakt
J.
Vanaf daar tot thuis was het in de regen
rijden met rond Rijsel een hevige bui in het
drukke verkeer. 256Km verder en 3u30 later
reed Phil onze Mobil II op zijn staanplaats.
Kilometerstand 66.068Km., Trip 568.8Km.,
Verbruik 9,6L., Reistijd 9u11.
Foto’s
|